Trombose: zes vragen en antwoorden
Vrijwel iedereen weet min of meer wat trombose inhoudt. Maar wat is het nou precies? In dit artikel geven we hierover verduidelijking.
1. Trombose, wat is dat?
Aangezien bloed vloeibaar is, kan het normaliter eenvoudig door onze aderen stromen. In sommige gevallen stolt bloed, bijvoorbeeld wanneer we een wondje hebben. Soms stolt ons bloed echter zonder dat er een wondje is, waardoor er een bloedprop in de bloedbaan ontstaat. De bloedsomloop kan hierdoor op een bepaalde plek deels of helemaal afgesloten worden: een trombus.
2. Hoe ontstaat zo’n bloedstolsel?
Bloed kan gaan stollen zodra het niet meer met de gebruikelijke snelheid door onze aderen stroomt. De snelheid kan veranderen doordat bijvoorbeeld de bloedvaten aan de binnenkant minder glad zijn dan normaal, maar ook doordat de samenstelling van het bloed is veranderd.
Onregelmatigheden in de wanden van bloedvaten kunnen ontstaan door:
- Roken;
- Diabetes;
- Een te hoog cholesterolgehalte en;
- Een te hoge bloeddruk.
Oorzaken van het langzamer stromen van bloed kunnen zijn:
- Te lange bedrust;
- Een hartritmestoornis (boezemfibrilleren);
- Een lange reis en;
- Een gipsbeen.
- Zittend of staand werk? Zorg voor afwisseling om de bloedsomloop op orde te houden;
- Beweeg minimaal een half uur per dag;
- Drink alcohol met mate;
- Eet gezond en gevarieerd;
- Stop met roken!
3. Is zo’n trombus gevaarlijk?
Op het moment dat een stolsel in een bloedvat vastloopt, noemen we dat een embolie. Het achterliggende weefsel krijgt vervolgens geen bloed meer en dus geen zuurstof. Het weefsel sterft af en laat onherstelbare schade achter.
Ontstaat een embolie in de longen of hersenen, dan is er sprake van respectievelijk een long- of herseninfarct.
4. Ontstaat een trombus alleen na een bepaalde leeftijd?
Alhoewel een bloedpropje relatief vaker bij ouderen ontstaat, kan iedereen dit krijgen. Sommige erfelijke afwijkingen zorgen bijvoorbeeld voor een verhoogd risico op bloedpropjes. In zulke gevallen kan men ook op erg jonge leeftijd al te maken krijgen met een trombus.
Let op: aangezien de anticonceptiepil de kans op een bloedpropje zo’n twee tot drie keer vergroot, kunnen vrouwen met een dergelijke afwijking de anticonceptiepil beter niet gebruiken.
5. Wat kan men zelf doen om bloedstolsels te voorkomen?
Gezond leven, verkleint de kans op bloedstolsels aanzienlijk. Denk hierbij aan:
6. Ben ik dan veilig voor bloedpropjes?
Gezond leven helpt altijd. Is er echter een aanleg voor trombose, dan zijn antistollingsmiddelen daarnaast ook verstandig.